Ingebruikname

Met de draairichtingschakelaar (2) kunt u de draairichting van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte aan/uit-schakelaar (8) is dit echter niet mogelijk.

Rechtsdraaien: voor het indraaien van schroeven en vastdraaien van moeren drukt u de draairichtingschakelaar (2) naar links tot aan de aanslag door.

Linksdraaien: voor het losdraaien of uitdraaien van schroeven en moeren drukt u de draairichtingschakelaar (2) naar rechts tot aan de aanslag door.

U kunt het toerental / aantal slagen van het ingeschakelde elektrische gereedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schakelaar (8) indrukt.

Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (8) heeft een laag toerental / aantal slagen tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental of het aantal slagen hoger.

Druk voor ingebruikname van het elektrische gereedschap op de aan/uit-schakelaar (8) en houd deze ingedrukt.

Het werklicht (14) brandt bij iets of helemaal ingedrukte aan/uit-schakelaar (8) en hiermee kan bij ongunstige lichtomstandigheden het werkbereik verlicht worden.

Om het elektrische gereedschap uit te schakelen, laat u de aan/uit-schakelaar (8) los.

De gebruikersinterface (7) dient voor de toerentalinstelling, het kiezen van de werkmodus en voor het aanduiden van de toestand van het elektrische gereedschap.

Toestandsaanduidingen

Statusindicatie elektrisch gereedschap (11)

Betekenis/oorzaak

Oplossing

Groen

Status OK

Geel

Kritische temperatuur is bereikt of accu bijna leeg

Elektrisch gereedschap onbelast laten draaien en laten afkoelen of accu binnenkort verwisselen of opladen

Rood brandend

Elektrisch gereedschap is oververhit of accu leeg

Elektrisch gereedschap laten afkoelen of accu verwisselen of opladen

Blauw knipperend

Elektrisch gereedschap is met mobiel apparaat verbonden of instellingen worden overgebracht

Met de toets voor toerentalinstelling (15) kunt u het noodzakelijke toerental in 3 standen instellen. Druk zo vaak op de toets (15) tot de gewenste instelling in de toerentalaanduiding (16) te zien is. De gekozen instelling wordt opgeslagen.

U kunt de toerentalinstelling ook via de Bosch Toolbox-app uitvoeren.

Het vereiste toerental is afhankelijk van het materiaal en de werkomstandigheden en kan door praktische tests bepaald worden.

De gegevens in de volgende tabel zijn geadviseerde waarden.

Basisinstelling toerental bij stand

1

2

3

[min–1]

[min–1]

[min–1]

Aantal toerentalstanden

3

0–800

0–1300

0–1750

Met de toets voor toerentalinstelling (15) kunt u het noodzakelijke toerental ook tijdens het gebruik instellen.

Het elektrische gereedschap beschikt over 2 voorgedefinieerde werkmodi A en B (12). U kunt via de Bosch Toolbox-app bovendien onder A en B (12) werkmodi voor verschillende toepassingen programmeren en bestaande modi aanpassen.

Om tussen de werkmodi A en B (12) te wisselen, drukt u op de toets (13).

Om de werkmodi te verlaten, drukt u op de toets toerentalinstelling (15).